Het mannetje is mooi blauw
Net een kleine blauwe smurf. Hoe meer de vlinder gevlogen heeft des te meer is zijn witte rand aangetast.
Het vrouwtje valt veel minder op met haar bruine tekening.
De soort gaat in aantal achteruit vanwege vermesting, verdroging en vergrassing van de heide. Het heideblauwtje heeft de status kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst.
Zowel de rups als de vlinder hebben als waardplant de gewone dophei of (na de bloei van voorgaande) struikhei. De rupsen leven van de bloemen en jonge scheuten van de plant, de vlinders van de nectar. De verpopping vindt onder de grond plaats.
De rupsen van het heideblauwtje leven in mutualisme met mieren van het geslacht Lasius, waaronder de humusmier (Lasius platythorax). Zowel de rupsen als de poppen hebben klieren die een zoete stof afscheiden, waar de mieren verzot op zijn. Vaak bouwen de mieren een nest rond de pop. De mieren 'beschermen' de rups en de pop en zelfs de net uitgekomen vlinder tegen predatoren.
Ik was getuige van de paring van de heideblauwtjes. Deze paring kan een behoorlijke tijd in beslag nemen. Als ze gekoppeld zitten zijn de beide vlinders behoorlijk kwetsbaar.
Nu maar hopen dat er weer een nieuwe generatie heideblauwtjes komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten