zondag 29 januari 2012

De Westerborkerstroom



Drenthe heeft een aantal fantastische beekdalen, de meest bekende is wel de Drentse Aa. Langs het dorp Westerbork stroomt de Westerborker stroom. Gevoed door water, dat onder ander uit de Elperstroom komt ,slingert hij zich een weg door het landschap. De natuurlijke meanders zijn tijdens de ruilverkavelingen , in de vorige eeuw, recht getrokken. De gekanaliseerde stroom slingert nog wel maar niet meer zoals vroeger. Vandaag, aan de voor avond van een strenge vorst periode, was het stil rond de stroom, het was net of maakt de natuur zich klaar voor een winterslaap.


Staasbosbeheer is de eigenaar van dit gebied.


Op de flanken van de beek staan oude eikenwallen. Dode bomen blijven liggen, ze vormen een fantastisch gezicht zo in het landschap.


Ook staan er veel oude elzen singels. Her en der verspreid door het veld kom je nog restanten tegen van wat eens een oude els is geweest.


Staatsbosheer heeft een deel van een oude meander weer hersteld. Het stuk is uitgerasterd en wordt niet begraasd. De oevers begroeien nu helemaal met zwarte els en berk.


De stroom is in constante beweging. Het water wordt via de Beilerstroom afgevoerd naar de grote afvoer kanalen in Drenthe.  Ondanks het constant in beweging zijn van het water spiegelen de bomen er fantastisch in.



Het lijkt een chemisch goedje maar het is kwel druk.

Kwel is grondwaterr dat onder druk uit de grond komt. In het algemeen ontstaat kwel door een ondergrondse waterstroom van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied.
Kwel kan zich afspelen over afstanden van enkele meters tot vele kilometers. Kwelwater vormt bronnen. In een modern ontwaterd gebied wordt kwelwater meestal weggevangen in sloten, voordat het in het maaiveld aan de oppervlakte treedt. Dit is één van de oorzaken van verdroging van de natuur.
Kwel heeft vaak een bijzondere waterkwaliteit. Vooral diepe kwelstromen die eeuwenlang door de bodem hebben gestroomd, zijn voedselarm en vaak kalkrijk. Dit leidt tot bijzondere flora. Een plant als waterviolier geldt als kwelindicator.
Het voedselarme karakter van oude kwel wordt verder versterkt doordat het vaak ijzerhoudend is. IJzer bindt de meststof fosfaat waarmee weilanden bemest worden en maakt het kwelwater minder geschikt voor planten die voor hun groei sterk op de aanwezigheid van fosfaat leunen. Zodra het zuurstofarme ijzerhoudende kwelwater aan de oppervlakte komt en zuurstof uit de lucht opneemt, zal het opgeloste ijzer oxideren tot onoplosbare ijzeroxiden welke uitvlokken en neerslaan. Hierdoor zal het water rond het kwelpunt sterk roestkleurig worden.


Ik verlaat de stroom en kom in een stukje bos. Voor een leek een gewoon eikenbos met leuke vormen. Maar het  is een stukje cultuurhistorie waar ik tussen doorloop. Het is een zogenaamd hakhout perceel.
Het lijkt of komen er meerder stammen tegelijk uit de grond.


Hakhout is een term die gegeven wordt aan hout dat gekapt wordt van bomen en struiken voor gebruik.(ook wel geriefhout genoemd) De boom wordt daarbij niet helemaal gekapt, maar tot net boven de stambasis. Op de stronk laat men soms een 'spaartelg' staan waaruit dan weer een nieuwe boom groeien kan.
Op de Veluwe zijn eeuwenoude hakhoutcultures geweest, waarbij om de 8 tot 10 jaar gekapt werd en waarvan nu nog van vooral eiken de hakhoutstoven te zien zijn. De frequentie waarmee gekapt wordt, is afhankelijk van de boomsoort: els en wilg om de 6 à 10 jaar, eik om de 10 à 15 jaar en es om de 5 à 7 jaar.
Het meest werd op de zandgrond de eik als hakhout gebruikt, maar ook de wilg, els, linde, iep en beuk lenen zich voor het gebruik als hakhout.



De eerder genoemde spaartelg kan weer uitgroeien tot een volwaardige boom.



Ik verlaat het hakhout perceel en kom terug op de akkers naar de stroom. Haaks op stroom staan de houtsingels die als perceelsscheiding dienst deden.



Het zachte weer van de laatste weken heeft de struikenlaag in de wallen het hoofd op hol gebracht. De katjes van de hazelaar zitten al vol aan de struiken.


Ik kom bij een stuw, hier wordt het waterpeil geregeld. Een constante stroom van water komt over de in hoogte verstelbare kering.


Komende week zal deze stroom dichtgevroren zijn, en aan de stuw zullen dan ijsspegels hangen wie weet kom ik dan nog terug voor een nieuwe serie foto's.

donderdag 26 januari 2012

Houtoogst.




Drenthe bestaat uit een aantal grote boswachterijen. Ik werk zelf in boswachterij Hooghalen/Grolloo, dit is 1 van de jongere boswachterijen in de provincie. De bossen van Grolloo zijn aangelegd net voor de oorlog en de bossen van Hooghalen tijdens en net na de oorlog. Het zijn echte produktieboswachterijen en op oude plankaarten spreekt men dan ook over boomakkers. Binnen onze boswachterij oogsten wij per jaar tussen de 12.000 en 16.000 m3 hout. Het bos is in vier stukken verdeeld en 1 keer in de 4 jaar komen we terug in een deel.

Bovengenoemde bossen bestaan voor het grootste gedeelte uit Fijnspar, Sitkaspar, Douglas, Japanse lariks, Grove den, Amerikaanse eik, Inlandse eik, Beuk, Zwarte den, Oostenrijkse den,Weymouthden,en nog enkele aparte soorten als Tsuga en Chamacyparis. Houtoogst stoot nogal eens tegen het zere been van het publiek, slopers, bosvernielers dat wordt er geregeld tegen ons gezegd. Vanuit het oogpunt van de recreant is dat misschien ook wel  zo maar echter het hele proces van oogsten zit een goed uitgedacht plan.


Veel bomen worden erg dicht op elkaar geplant vaak is de onderlinge plant afstand dan ook niet meer dan 1,5 meter.
Binnen in deze opstanden komt totaal geen zon, de takken sterven dus allemaal af. Hoe dunner de takken die afsterven hoe kleiner de noesten later in het hout


Tijdens de eerste dunning wordt er een complete rij bomen geoogst, door deze methode is een opstand voor de volgende oogst toegangeklijk.


Als het vak toegankelijk is wordt er gekeken naar de mooiere bomen, de zogenaamde toekomstbomen. Dit zijn bomen die aan bepaalde kwalificaties voldoen, recht takvrij en gezond. Dit worden op denduur top produktie bomen die een kwalitiet stuk hout gaan leveren.


Er gaan heel wat jaren verstreken in het proces van groei .


Maar na elke oogst verandert de opstand.


Door het weghalen van concurrenten krijgen de blijvende bomen meer licht. Licht is belangrijk voor de groei.


 Maar inzichten veranderen en zo ook de kijk naar de bossen. Recreatie en natuur werden steeds belangrijker en de productiebossen kregen een andere benoeming, het werden multifunctionele bossen. Houtooggst, natuur en recreatie  kregen alledrie aandacht.
De opstanden waren allemaal even oud, zelfde lengte , recht op rijen  dus eigenlijk saai om te zien. Dood hout werd altijd verwijderd dus ook voor spechten en insecten was er geen plaats.


Voordat de zaag het bos ingaat wordt er nu eerst een grondige inventarisatie gehouden. Horstbomen, holle bomen, mierennesten en andereflora en fauna worden goed aangegeven in het veld.



Er werd begonnen met het kappen van grotere oppervlaktes midden in de opstanden. Er ontstond een soort lappen dekken  van open plekken midden in de bosvakken.




Op deze open plekken werd loofhout aangeplant.


Maar ook de natuur zelf hielp een handje mee. Natuurlijke verjonging van diverse bomen stak de kop op.


Maar ook op plekken waar geen loofhout ingeplant werd kwam spontaan nieuw bos.


Door deze manier van werken ontstaat er langzamerhand een ander bosbeeld. Dik hout afgewisseld met jong, gezonde bomen en dode en opgroeiend loofhout zorgen nu voor een nieuw gezicht.


Maar hoe gaat het nu in zijn werk. Ik bepaal welke boom er verwijderd wordt door deze te merken met een zogenaamde bles.
Met een speciaal bles mes merk ik de boom aan drie zijden, door er een reep schors af te halen.

Het zagen gebeurt tegenwoordig met grote machines, zogenaamde harvesters. Waar vroeger een heel leger bosarbeiders zich in het zweet werkten  zit nu 1 man op de machine die vele malen meer hout oogst op 1 dag.



Een filmpje van de harvester aan het werk.


De harvester zaagt de boom om en ontdoet hem in 1 werk gang van al zijn takken. Met een uitrij combinatie wordt al het gezaagde hout verzamelt en langs de doorgaande wegen opgestapeld in zogenaamde rolstapels. Als het hout gemeten is is het klaar voor transport.


Maar niet elke boom wordt gekort. Er is ook vraag naar langhout. Mooie rechte bomen worden dan geheel verwerkt tot hijpaall of zaaghout


Lange jongens van 20 meter. De maximale lengte die houttransport mag hebben in Nederland.



Maar soms gaat het ook wel eens mis.

zondag 22 januari 2012

Glibberige griezels.


Buiten is het guur en koud dus vandaag maar eens mijn foto archief ingedoken op zoek naar een interessant onderwerp voor op de blog.




In ons land komen drie soorten slangen voor in het wild, De ringslang, de gladde slang en de adder. In de boswachterij Grolloo sta ik geregeld oog in oog met adders. Als je de plekken weet waar ze zich opwarmen in de zon dan kun je het treffen dat je soms wel 15 bij elkaar vind. Het zijn fantastische beesten om te zien. 


 Een wirwar van adders,


Als je goed naar de aftekeningen op de kop let kun je soms adders herkennen. Een aantal exemplaren heb ik meerdere jaren op foto staan.



 Goed verdekt opgesteld liggen ze in de zon.



In Nederland komt de adder voornamelijk voor in Drenthe, Friesland, Gelderland en Limburg. Grote populaties zijn bekend uit onder meer het Fochteloërveen op de grens van Drenthe en Friesland.

De adder (Vipera berus) is de enige gifslang in Nederland. Adders komen voor in heide- en hoogveengebieden en soms ook op open plekken in bossen. Het zijn relatief kleine, zwaar gebouwde slangen. Ze hebben een duidelijke driehoekige zigzagtekening en verticale pupillen. De mannetjes zijn in het algemeen grijs. Ze hebben een sterk contrasterende zwarte rugstreep. Vrouwtjes zijn vaak lichtbruin. En zij bezitten een donkerbruine rugstreep



Adders zijn levendbarend: ze broeden de eieren uit in het moederlichaam.
Adders zijn niet agressief en niet gevaarlijk (als ze met rust worden gelaten). Een adderbeet is meestal zeer pijnlijk en kan leiden tot misselijkheid, flauw vallen en sterke zwellingen van gebeten lichaamsdelen. 

 Het blijft oppassen met het op foto zetten van deze glibberige monsters.


En als je dan echt te dicht bij komt, laten ze wel blijken dat je de grens hebt bereikt, nog iets dichterbij en een aanval is het gevolg.

donderdag 19 januari 2012

Op de stille heide voltrok zich een menselijk drama

Dagelijks ben ik in de bossen van Hooghalen, De rust, de ruimte het is fantastisch. Midden in het bos ligt een grote openplek, een plek met geschiedenis, een trieste geschiedenis, 1 van de zwartste bladzijden uit de wereld geschiedenis. Het is nu moeilijk te bevatten wat voor menselijk drama zich daar, op die grote stille heide, ruim 60 jaar geleden heeft afgespeelt. Waar nu de bomen hoog naar de hemel reiken lag toen het voorportaal van de dood.



93 Treinen vertrokken vanuit kamp Westerbork richting de kampen in Oost-Europa. Op 15 en 16 juli 1942 werden de eerste gevangenen naar Auschwitz gedeporteerd.


 2030 Joden, onder wie een aantal weeskinderen, vormden het begin van een lange rij slachtoffers. In de eerste maanden vertrok de trein twee keer per week: op maandag en vrijdag, In 1943 werd dinsdag de dag van het transport. Voorafgaand aan elk transport werden de gevangenen geselecteerd die mee moesten. De selectie was een zaak van de kampcommandant en die liet de aanwijzing graag over aan de Joodse medewerkers van de kampadministratie.


De aantallen werden in Berlijn bepaald. Daar heerste Adolf Eichmann als hoofd van afdeling IV B 4 van het Reichssicherheitshauptamt. Hij regelde de deportatie van miljoenen Joden en gaf de SD in Den Haag opdracht om uit ons land het gewenste aantal Joden af te voeren. Hier regelde Sturmbannführer Zöpf de zaken met Westerbork. Per telex of telefoon liet hij kampcommandant Gemmeker weten hoeveel Joden er met het eerstvolgende transport weggevoerd moesten worden. Tot aan de fatale dag bleef het onzeker wie weg moest. Per barak werd bekend gemaakt wie zich reisvaardig moest maken. Wie zijn naam hoorde afroepen wist wat hem te doen stond. Hij pakte zijn bezittingen in dezelfde koffer, rugzak of plunjezak waarmee hij naar kamp Westerbork was afgereisd. Dan naar de Boulevard des Misères, de hoofdweg van het kamp waarlangs de spoorlijn was gelegen, alwaar de lange trein klaarstond.


 Wie ging wist dat aan een wurgende spanning een treurig einde was gekomen. Nog erger was het met de gezinnen gesteld die uit elkaar waren gehaald.
De SS'ers hoefden louter toe te kijken. Ook Gemmeker zag iedere keer weer tot zijn genoegen hoe voortreffelijk het Westerborkse systeem werkte. Hij had alles tot in de puntjes laten voorbereiden. Als de groep erg groot was, wisten de leden van de Fliegende Kolonne wat hen te doen stond. Zij hielpen de laatste in de rij met instappen en duwden net zo lang tot iedereen met bagage en al binnen was. Dan deden zij de schuifdeuren dicht. Snel werd iedereen geteld. Dat aantal werd door een van beide raampjes in de wagon doorgegeven. De man van de OD kalkte dat dan groot op de buitenkant, zodat bij aankomst snel kon worden vastgesteld of iedereen er nog was. Kans om te vluchten was er nauwelijks. De wagons zaten, op de twee kleine getraliede ramen na, potdicht. Na een langgerekte fluittoon zette de trein zich schokkend in beweging. Via Hooghalen, Assen, Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek, Winschoten en Nieuweschans verliet de trein Nederland.
De kampbewoners leefden van 'dinsdag tot dinsdag', van transport tot transport. Dat duurde tot 13 september 1944. Toen vertrok de laatste trein met 279 personen naar Bergen-Belsen. Daaronder waren 77 kinderen die op hun onderduikadressen gepakt waren. Bijna 107.000 Joden waren, grotendeels via Westerbork naar het Oosten weggevoerd. Daarnaast 245 Sinti en Roma en enkele tientallen verzetsstrijders. De meeste treinen reden naar Auschwitz. Andere transporten gingen naar Sobibor, Theresienstadt en Bergen-Belsen. Een veel kleiner aantal ging naar de kampen Buchenwald en Ravensbrück.


 In totaal keerden slechts 5.000 mensen terug.

Elke dag passeer ik deze plaats, Elke dag zie ik deze getallen, Elke dag wordt ik er weer stil van, Elke dag hoop ik.. dit nooit weer !!

Van het kamp is  bijna niets meer over. De barakken zijn gesloopt en alleen de voormalige woning van de kampcommandant staat er nog. De natuur heeft de regie overgenomen, In de voormalige aardappelbunker zitten nu grote hoeveelheden overwinterende vleermuizen. De blauwe lupine, beschreven door Anne Frank in haar beroemde dagboek, sieren het terrein blauw, en dit jaar is de moeras wespenorchis ontdekt op het terrein. En toch op bepaalde dagen is het stil, dood stil, het is net of houden zelfs de vogels  soms  hun snavel .... uit respect...

dinsdag 17 januari 2012

Spelde prikjes van koning winter

In het najaar van 2011 kregen we te horen dat we aan de vooravond stonden van een horrorwinter, de winter des doods zou europa in een ijzige greep nemen en minstens drie maanden duren.
Nu zitten we op de helft van januari, je merkt al duidelijk dat de dagen beginnen te lengen en zowaar we hebben nachtvorst. De nachten met vorst tot nu toe zijn te tellen op 1 hand.  Buiten geeft dit wel weer prachtige plaatjes.

S'morgens vroeg komt de zon nu prachtig op aan de oostelijke horizon.


Al snel is het licht, een waar paradijs ontwaakt




In Beekdal Holmers Halkenbroeken staat deze uitkijktoren. Vanaf deze toren hebt u een fantastisch uitzicht over Holmers/Halkenbroeken en het Grolloerveen


Holmers


Grolloerveen



Yskristallen hangen aan alle sprieten


Op de grens van vorst en dooi



De zon zakt weer achter de bomen, een mooie winterdag komt ten einde. Vanacht zal de temperatuur nog weer onder nul gaan maar daarna stijgt het kwik weer .